- Wet- en regelgeving
Machinerichtlijn 2006/42/EG
Er zijn talloze verschillende machines, het is onmogelijk om voor iedere specifieke machine precies vast te leggen waaraan deze moet voldoen, daarom heeft de Europese Unie hiervoor globale wetgeving gemaakt: de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
De eisen in de richtlijn zijn opgesteld in de vorm van prestatie-eisen. Voor het toepassen van deze eisen zijn geharmoniseerde normen opgesteld.
Het is voor ontwerpers, bouwers, gebruikers en beheerders van machines belangrijk om deze normen toe te passen om zo het vermoeden van overeenstemming met de geldende eisen van de Machinerichtlijn te kunnen aantonen.
Verschillende typen veiligheidsnormen
De geharmoniseerde normen worden onderverdeeld in drie verschillende typen: A-normen, B-normen en C-normen.
A-normen zijn overkoepelende normen en hebben betrekking op de fundamentele veiligheidseisen van de machine (EN ISO 12100).
B-normen zijn basisnormen voor de veiligheidsaspecten of veiligheidsinrichtingen van een machine. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen twee verschillende B-normen:
B1-normen hebben betrekking op de veiligheidsaspecten
B2-normen hebben betrekking op de veiligheidsinrichtingen
C-normen gaan over de machineveiligheid voor een bepaald type of groep machines.

Belangrijke B-normen voor de veiligheid van machines
Deze veiligheidsnormen hebben betrekking op de veiligheidsaspecten en veiligheidsinrichtingen van een machine.
EN-ISO 14118:2018
Het voorkomen van onverwachte (her)start van machines.